Meestgestelde vragen over het pensioenstelsel

Heb jij als zorgprofessional een vakinhoudelijke vraag over het nieuwe pensioenstelsel? Kijk dan hieronder. Wij hebben de vier belangrijkste vragen voor je op een rijtje gezet. 

De meestgestelde vragen én antwoorden:

Vraag: Wouter Koolmees heeft eerder aangegeven dat niemand er in het nieuwe pensioenstelsel op achteruit gaat. Kan PFZW dit ook al richting de deelnemers bevestigen?

Antwoord: Eerste berekeningen tonen aan dat het nadeel van het afschaffen van de doorsneesystematiek voor de huidige deelnemers in het merendeel van de scenario’s lijkt te  compenseren door het invaren van de reeds opgebouwde pensioenaanspraken in de nieuwe pensioenregeling. In die zin is het inderdaad de verwachting dat niemand van de huidige deelnemers erop achteruit zal gaan. De gemaakte berekeningen baseren we op veronderstellingen over hoe de economie zich de komende jaren zal ontwikkelen. Er bestaat geen zekerheid in hoeverre deze veronderstellingen ook feitelijk zullen uitkomen. Op individueel niveau kunnen we daarom toch geen harde garanties geven.

Zowel de sociale partners als het bestuur gaan bij de totstandkoming van de nieuwe regeling beoordelen of de overgang evenwichtig uitpakt voor de verschillende groepen deelnemers. Deelnemers mogen namelijk niet onevenredig veel nadeel ondervinden. Mocht dit toch het geval zijn, dan kan het beleid worden aangepast of kan aan deze groep compensatie worden toegekend.

Vraag: Klopt het dat de contracten waar we in het nieuwe pensioenstelsel voor kunnen kiezen nieuwe namen hebben gekregen?

Antwoord: Ja, er is door de wetgever marktonderzoek gedaan naar de best passende namen en dat heeft geleid tot een aanpassing. We spreken voortaan over de ‘solidaire premieregeling’ waar we eerder ‘het nieuwe pensioencontract’ (NPC) gebruikten, en over de ‘flexibele premieregeling’ waar we het eerder over de ‘verbeterde premieregeling’ (WVP) hadden. Daarnaast is de naam ‘solidariteitsreserve’ in de flexibele premieregeling vervangen door ‘risicodelingsreserve’. In de solidaire premieregeling blijft deze reserve de solidariteitsreserve heten. Ik gebruik hierna deze nieuwe termen.

Ja, er is door de wetgever marktonderzoek gedaan naar de best passende namen en dat heeft geleid tot een aanpassing. We spreken voortaan over de ‘solidaire premieregeling’ waar we eerder ‘het nieuwe pensioencontract’ (NPC) gebruikten, en over de ‘flexibele premieregeling’ waar we het eerder over de ‘verbeterde premieregeling’ (WVP) hadden. Daarnaast is de naam ‘solidariteitsreserve’ in de flexibele premieregeling vervangen door ‘risicodelingsreserve’. In de solidaire premieregeling blijft deze reserve de solidariteitsreserve heten. Ik gebruik hierna deze nieuwe termen.

Vraag: Is het verwachte pensioenresultaat bij de solidaire premieregeling hoger dan bij de flexibele premieregeling?

Antwoord: De extra solidariteit in de solidaire premieregeling kan naar verwachting inderdaad leiden tot een iets hoger pensioenresultaat dan bij de flexibele premieregeling.

Vraag: Is een flexibele premieregeling met een risicodelingsreserve een optie?

Antwoord: Wettelijk gezien kan de flexibele premieregeling een risicodelingsreserve hebben. In de praktijk is een risicodelingsreserve voor het delen van beleggingsrisico echter niet goed te combineren met individuele keuzevrijheid van deelnemers in beleggingen.

Meer informatie

Voor meer informatie over het nieuwe pensioenstelsel kun je terecht op de website van Pensioenfonds Zorg & Welzijn.

Bericht delen: