Home / Nieuws / Pensioenregelingen in de Cao VVT: hoe en wat?

Pensioenregelingen in de Cao VVT: hoe en wat?

Nu het nieuwe jaar is aangebroken, krijgen wij veel vragen binnen over de pensioenregelingen in de Cao VVT 2019-2021. In deze cao staat namelijk dat er verschillende regelingen worden afgesproken om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te bevorderen. Een daarvan is dat werknemers die 45 jaar werkzaam zijn geweest in de sector zorg en welzijn mogen stoppen met werken. Maar wat houdt dit precies in en welke regelingen zijn er nog meer? NU’91 legt het voor je uit.

Welke pensioenregelingen in de Cao VVT zijn er afgesproken?

Bij de cao-onderhandelingen in 2019 hebben NU’91, ActiZ, ZorgthuisNL en overige vakbonden afgesproken om drie regelingen uit te werken, dit zijn:

  • BalansBudget
  • LandingsBaan
  • Met pensioen na 45 jaar werken in de sector zorg en welzijn

Deze regelingen worden nu verder uitgewerkt om bij de volgende Cao VVT – die op zijn vroegst ingaat per 1 september 2021 – in te voeren. Wel moet de benodigde wetgeving, die het mogelijk maakt om de afspraken in te voeren, nog door de Eerste Kamer heen. Op het moment dat de wet door de Eerste Kamer is behandeld, worden de concrete ingangsdata van de regelingen vastgesteld en ingevoerd. De verwachting is dat de wet half januari wordt besproken in de Eerste Kamer.

BalansBudget

Het BalansBudget is een regeling om verlof te sparen. Dit betekent dat werknemers diverse soorten verlof mogen sparen – met een maximum van honderd keer de arbeidsduur per week – om later in te zetten om tijdelijk niet of minder te werken. Er is een wetswijziging in voorbereiding om het mogelijk te maken dat er honderd keer de arbeidsduur per week gespaard kan worden zonder dat hierover loonbelasting moet worden betaald. Momenteel is het mogelijk om te sparen tot vijftig keer de arbeidsduur per week. Het is de bedoeling van sociale partners om de gespaarde BalansBudgetten onder te brengen in een extern fonds. Voor werknemers van zestig jaar en ouder is het in de VVT al mogelijk om verlof te sparen tot 110 weken van de arbeidsduur. Deze uren worden door de werkgever op de balans gezet.

LandingsBaan

De LandingsBaan is een specifieke invulling van het BalansBudget. Dit wil zeggen dat aan het eind van de carrière het gespaarde verlof ingezet wordt om de arbeidsduur te verminderen tot maximaal vijftig procent van de oorspronkelijke werktijd met een gelijkblijvend of beperkt dalend salaris. Er is afgesproken dat er een werkgeversbijdrage zal zijn. Hoe deze eruitziet, moet nog worden ingevuld.

Pensioen na 45 jaar werken

De regeling voor pensioen na 45 jaar werken, is bedoeld om het mogelijk te maken dat werknemers die aantoonbaar 45 jaar in de sector zorg en welzijn hebben gewerkt de kans te geven om met pensioen te gaan. De werkgever geeft een ontslagvergoeding mee ter hoogte van het bruto bedrag van de AOW (ongeveer € 21.200 in 2020) op jaarbasis en over maximaal 3 jaar voorafgaande aan de AOW. Er is een wetswijziging in voorbereiding waarin wordt geregeld dat dit bedrag is vrijgesteld van een RVU-boete (RVU: Regeling Vervroegde Uittreding).

Wetsvoorstellen Eerste Kamer

Zoals eerder aangegeven liggen er dus nog wetsvoorstellen bij de Eerste Kamer die eerst goedgekeurd moeten worden voordat bovenstaande pensioenregelingen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. De wetsvoorstellen zijn:

  • Betere pensioenafspraken voor mensen met zware beroepen
    Het kabinet wil er samen met sociale partners voor zorgen dat iedereen op een gezonde manier zijn pensioen haalt. Bijvoorbeeld door omscholing naar lichter werk. Ook krijgen mensen met zware beroepen de mogelijkheid om zelf eerder te stoppen met werken. Bijvoorbeeld door extra verlof in te zetten. Daarvoor trekt het kabinet de komende jaren € 1 miljard uit en structureel € 10 miljoen per jaar.
  • Afspraken voor vervroegd pensioen
    Voor sommige beroepen is doorwerken tot de AOW-leeftijd te zwaar. Daarom krijgen werkgevers en werknemers de komende vijf jaar de gelegenheid om afspraken te maken over vervroegd pensioen. Werkgever en werknemers bepalen samen om welke beroepen het gaat. Het kabinet helpt hierbij door de heffing op vroegpensioen (RVU-heffing) aan te passen.
  • Uitkering voor vervroegd pensioen
    Werkgevers mogen bij vervroegd pensioen maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering aanbieden. Voor uitkeringen tot ongeveer € 19.000 per jaar hoeft geen RVU-heffing te worden betaald. Dit bedrag is gekozen, omdat het overeenkomt met de netto AOW. Het is voor de werknemer dan net of zijn AOW eerder ingaat. Ook kan de werknemer ervoor kiezen om als aanvulling op de uitkering een deel van het ouderdomspensioen te laten uitkeren. Zo is het ook voor werknemers met een lager inkomen mogelijk om eerder te stoppen met werken. Het wetsvoorstel ligt in de Eerste Kamer ter behandeling.
  • Vervroegd uittreden: sector bepaalt
    De overheid bepaalt niet wat zwaar werk is. Zwaar werk is voor iedereen anders.
    Alle sectoren kunnen subsidie aanvragen voor duurzame inzetbaarheid en voor eerder uittreden. Elke sector geeft zelf aan voor wie een regeling voor eerder uittreden bedoeld is. Dit is dan een specifieke groep werkende in die sector waarvoor doorwerken tot de AOW-leeftijd te zwaar is.
  • Duurzame inzetbaarheid bij zwaar werk
    Mensen met zware beroepen moeten zelf het laatste deel van hun loopbaan kunnen inrichten. Hiervoor bestaan mogelijkheden zoals:
    – Eerder stoppen met werken;
    – Geleidelijk stoppen met werken, bijvoorbeeld door deeltijdpensioen;
    – Een generatiepact (een vorm van arbeidsduurverkorting voor oudere werknemers);
    – Pensioen eerder in te laten gaan.

Hier is subsidiegeld voor beschikbaar. Er kan ook subsidie aangevraagd worden voor financiële adviesgesprekken. In een gesprek krijgen oudere werknemers inzicht in hun situatie en mogelijkheden. Dit helpt om keuzes te maken.

Bericht delen: