Home / Nieuws / Wettelijke verplichting Waarschuwingsregister van de baan

Wettelijke verplichting Waarschuwingsregister van de baan

NU’91 is blij dat de demissionair minister De Jonge van VWS heeft besloten het Waarschuwingsregister Zorg & Welzijn niet verplicht te stellen voor alle zorgaanbieders. De dreiging van een wettelijke verplichting van het Waarschuwingsregister hing al een tijd boven onze hoofden, ondanks het feit dat NU’91 fel tegenstander is van een dergelijk ‘zwartboek’. Er zijn volgens ons namelijk andere manieren om hetzelfde te bereiken. We zetten voor je op een rijtje waarom wij tegen zijn en wat volgens ons de alternatieven zijn.

Wat is het Waarschuwingsregister?

De meeste zorgmedewerkers zetten zich onverminderd positief in voor hun cliënten en bieden goede en veilige zorg. Maar er zijn medewerkers die ernstig grensoverschrijdend gedrag vertonen richting cliënten. Het Waarschuwingsregister is gestart door een aantal werkgevers. Zij zagen dat medewerkers die wegens dit gedrag werden ontslagen vervolgens bij een andere zorgaanbieder aan de slag gingen. Om dit te voorkomen startten zij een vrijwillig waarschuwingsregister waarin de werkgever een medewerker kan opnemen. Omdat dit valt of staat met de deelname van zo veel mogelijk werkgevers, was De Jonge gestart met een wetstraject om deelname aan het Waarschuwingsregister door zorgaanbieders wettelijk te verplichten.

Bezwaren NU’91 tegen wettelijke verplichting Waarschuwingsregister

Cliënten moeten ervan uit kunnen gaan dat personeel betrouwbaar en verantwoordelijk is. Tegelijkertijd moeten werkgevers zorgvuldig met werknemers omgaan en niet voor eigen rechter spelen. Daarom was en is NU’91 tegen een verplicht waarschuwingsregister en hebben wij ons jarenlang tegen zowel het vrijwillige als het verplichte Waarschuwingsregister verzet. De belangrijkste bezwaren van NU’91 zijn als volgt.

  1. Om een medewerker in het Waarschuwingsregister te kunnen opnemen, beoordelen interne medewerkers van de zorgorganisatie de feiten en omstandigheden. Wij vinden dat dit door onafhankelijke commissie van deskundigen moet gebeuren.
  2. Je wordt meestal voor vier jaar in het register opgenomen. In deze periode kun je dus niet bij een andere zorgaanbieder aan de slag. Dit is een veel te zware sanctie voor een medewerker die niet op onafhankelijke wijze is beoordeeld en mogelijk zelfs onschuldig is.
  3. Als er aangifte wordt gedaan tegen de medewerker komt die meteen in het register, ook zonder dat de schuld is bewezen. Wij vinden dat je dan ook weer snel uit het register moet worden geschrapt, als blijkt dat je niet veroordeeld wordt. Maar dat is niet het geval.
  4. Er zijn andere middelen om grensoverschrijdend gedrag van een medewerker te toetsen, waaronder de Wet BIG (tuchtrecht) en de VOG (verklaring omtrent gedrag). Daarnaast zouden werkgevers preventieve maatregelen moeten nemen en bij het aannemen van nieuwe medewerkers weer diploma’s en referenties moeten onderzoeken.
  5. Een waarschuwingsregister is alleen effectief als iedereen meedoet. Anders brengt het schijnveiligheid.

Conclusies onderzoek VWS

Demissionair minister De Jonge heeft de Kamer op 9 februari 2021 laten weten af te zien van een wettelijke verplichting. Dit op op grond van de conclusie dat een wettelijke verplichtstelling vooral veel juridische drempels en beperkingen kent. Verplichtstelling leidt tot zwaardere eisen voor het Waarschuwingsregister, zoals het schrappen uit het register bij een veroordeling. Belangrijkste bezwaar is dat het Waarschuwingsregister niet aansluit bij het VOG-systeem (Verklaring Omtrent Gedrag). Als redenen om te stoppen noemt hij:

  • aansluiten bij het Waarschuwingsregister leidt tot extra administratieve lasten voor zorgaanbieders;
  • het verplichten van werkgevers tot aansluiting leidt niet automatisch tot registratie van werknemers die over de schreef zijn gegaan;
  • de verplichte aansluiting leidt niet automatisch tot de noodzakelijke open cultuur die aan de werking van het Waarschuwingsregister ten grondslag ligt;
  • als het Waarschuwingsregister verplicht zou worden gesteld, zou dit niet goed aansluiten op de reeds bestaande wettelijke VOG-plichten in de zorg;
  • ten slotte is het de vraag of een wettelijke verplichtstelling van het Waarschuwingsregister van de bestaande mogelijkheden het best passend en het minst ingrijpend is om te komen tot een veiligere zorgrelatie.

Een toelichting hierop lees je in deze brief van minister De Jonge aan de Tweede Kamer.

Hoe nu verder?

Een waarschuwingsregister blijft voor de minister een van de manieren om het doel te bereiken. Er volgt de komende maanden dan ook een verkenning naar mogelijke alternatieven. Onze bezwaren tegen een vrijwillig register in de huidige vorm blijven echter bestaan. Het Waarschuwingsregister in zijn huidige vorm met vrijwillige deelname door werkgevers is voor ons niet acceptabel. Er moet een betere borging en een consequent gebruik komen van de huidige systemen waaronder de VOG en de BIG. Het feit dat door de minister is gezegd dat er zwaardere eisen nodig zijn en juridische bezwaren kleven aan het systeem versterkt ons standpunt nog meer dat de medewerker in dit systeem onvoldoende wordt beschermd. Meer nadruk zullen wij leggen op alternatieven, zoals preventie en een beter aannamebeleid. Als vervoersbedrijf vraag je de solliciterende buschauffeur toch ook eerst naar een rijbewijs en zijn rijgedrag!

Bericht delen: